La vida extrema

Herenigd en opgeladen. Kluizenaar Lucas Adrianus is uit zijn geisoleerde rukbunker op het platteland gekropen. We hebben ruim een week om na Bolivia en Peru ook Colombia samen deels door te struinen. De wolken zijn grijs en de miezer is nat, maar dat staat de daden van een koningskoppel niet in de weg. In hoofdstad Bogotá, waar de koffie met een microdosis magic mushrooms geschonken wordt, treedt al snel de paranoia toe tussen de loerende daklozen in de graffiti-wijken. We besluiten richting de noorderlijke binnenlanden te trekken. 

Villa de Leyva

Een tussenstop op de weg naar de koloniale dorpjes blijkt verrassend indrukwekkend. In de zoutmijnen waar de Spanjaarden ooit een gigantische business op touw zetten, werd in de 19e eeuw een unieke kerk gebouwd. Tussen de aards geurende donkere gangen staan overal katholieke toortsen en altaren. Diep in de mijn hangen een enorm kruis en alle gebruikelijkheden van een kerk, maar de setting is uniek. De stop blijkt wel een enorm oponthoud richting onze eigenlijke bestemming, maar laat in de avond komen we na drie keer overtstappen toch echt aan. Zoals gebruikelijk pakken we een hostel even buiten het dorp, waar na het verslaan van een leger honden een groene tuin en lieve mensen op ons wachten. 

Villa de Leyva, gemaakt van oude, witte huisjes en hobbelige kasseienstraatjes blijkt naast een plek van gezellige rust (waar we beide veel behoefte aan hebben na de drukte van Quito, Cali en Bogotá) ook een walhalla van zalig voedsel. De astronomische hoogstandjes die we in Peru dachten te zijn misgelopen, wordt deze week ruimschoots goedgemaakt. Van kleine goedgevulde taco’s met huisgemaakte salsa tot de klassieke Colombiaanse driegangenlunch. En van écht goede pizza tot gemarineerde steaks op een wijngaard. Dat bezoekje blijkt één van onze beste keuzes ooit. Voor slechts een paar tientjes wanen we ons koningen (in joggingbroek) op het afgelegen landschap van een lokale wijnboer. Na een tourtje langs de kelder en velden vol verschillende Franse druiven kan het proeven beginnen. Wit, rosé en drie soorten rood maken ons in de namiddag al aardig aangeschoten. Omdat we voor de gein hadden aangegeven dat het onze anniversary is (al 23 jaar gelukkig getrouwd) smikkelen we de tapas, salades, steaks, paddestoelen en cake op tussen de ballonnen en glitters. We krijgen een taart mee en na aandringen ook meer Frans stokbroord, een verademing na maandenlang klef, zoet witbrood.

Natuurlijk laten we ook onze Hollandse benen weer spreken en fietsen we op mountainbikes over steile paden door de omgeving. Eerst langs meren vol turquoise mineralen en daarna naar een plek waar een halve eeuw geleden een fossiel van acht meter lang is opgegraven. Inmiddels is er een museum omheen gebouwd. De dinosauriër, met tanden zo groot als mijn onderarm, leefde 113 miljoen jaar geleden in de  binnenlandse zee die inmiddels Colombia heet en is om mystieke redenen nooit vergaan. De enorme botten blijven boeiend om naar te kijken en zijn de trots van de omgeving. Als we ook het poulecafé uitgespeeld hebben, is het tijd om verder te trekken tijdens onze spaarzame dagen samen, waarna De Rode Beer naar Panama, Italië en Denemarken trekt.

Barichara

We hielden het niet voor mogelijk, maar we maken een upgrade door naar het volgende idyllische dorpje te trekken. We boeken een camping tussen twee oorden in en belanden in een warm paradijsje. De Engelse eigenaar bouwde daar een natuurcamping met zonnepanelen, droogwc’s, hobbithuisjes, een tot filmkamer omgetoverde bus en een natuurlijk zwembad. Hij staat met zijn Colombiaande vrouw de hele dag in de keuken om verbluffende curry’s te serveren en ons vol de stoppen met bananenbrood en brownies. Moeiteloos zouden we op deze uitzichtrijke plek weken kunnen blijven, met het sfeervolle Barichara om de hoek, waar we de volgende dag heen hiken. Een bezoek aan het park en een uitzichtpunt blijkt genoeg, de sfeer van het dorp inademen is al verzadigend. 


Waarom

Maar dan zijn we ook nog in de buurt van San Gil, het landelijke centrum van extreme sporten. Alle dingen die je nooit durfte maar toch wil doen zijn hier vele malen goedkoper en dus moet het nu gebeuren. Het wordt bungee jumpen, wat me bij voorbaat al doet zweten, want wij moeten natuurlijk weer de grootste van het continent kiezen. Een cable cart brengt ons naar de 140 meter diepe afgrond en borrelt het ontbijt langzaam weer omhoog. Gelukkig gaat Lucas (zijn naam hier in de Spaanssprekende gebieden) na een klein duwtje eerst. Als ik hem als superman van boven zie afdalen en het enorme elastiek hem na enkele veringen weer veilig terugbrengt, vertrouw ik het systeem ook. Na een doodsangst opwekkende sprong is de kick een paar seconden gigantisch, waarna op de kop hangend het spinnen begint en ik dolgedraaid weer boven kom. Eens en… misschien weer?

Na zwoele zomerschemeringen vol rode wijn, darten, muziek, domino’s en Rana (een spel waarbij je fiches in de bek van een kikker moet gooien) is het tijd om nog een keer het avontuur op te zoeken. De voorbereiding van het raften voelt alsof we in een toeristische bubbel zijn beland, maar eenmaal in het water blijkt dat het allemaal waard. De rivier is veel wilder dan gedacht en het is hard werken om de kolkende massa te trotseren. Het ene moment lach je nog ontspannen, het andere hang je met nog één voet aan de boot en hoofd onderwater terwijl alles en iedereen op je valt. We sleuren elkaar weer de boot in, maar op een andere gaat het helemaal mis. De boot kiepert om en de blauwe helpjes verdwijnen bijna een minuut onder water. De geschrokken koppies kunnen weer lachen na afloop, maar het was extremer dan gedacht, gelukkig. 

Nog één avondje dan. Kapitein Roodbaard wacht een Caribische vaart, ik ben nog niet klaar met het noorden. Colombia wat ben je mooi.


Reacties

One response to “La vida extrema”

  1. Meinard Stavenuiter Avatar
    Meinard Stavenuiter

    Zo man!! Het plezier spat er af!! Geweldig…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *